Onderzoek RecognEYEze: herkennen en bespreken van depressie en angst bij volwassenen met een visuele beperking

Eén op de drie volwassenen met een visuele beperking ervaart depressie- en/of angstklachten. Zij ontvangen hierbij dikwijls geen ondersteuning, wat lijkt te komen doordat depressie- en angstklachten niet altijd herkend en besproken worden. Voor onderzoekers van de Robert Coppes Stichting en de Low Vision Research Group van Amsterdam UMC reden om nader onderzoek te doen en zo het herkennen en bespreken van depressie en angst bij deze doelgroep te verbeteren. Hiervoor voeren zij meerdere onderzoeken uit die op deze pagina nader beschreven worden. De onderzoeken zijn onderdeel van het promotieonderzoek van één van onze onderzoekers en zullen leiden tot een proefschrift.

Bevorderende en belemmerende factoren voor cliënten en zorgprofessionals

Het startpunt is het inzichtelijk maken van de factoren die het (h)erkennen en bespreken van depressie- en angstklachten door cliënten en zorgprofessionals beïnvloeden. De onderzoekers hebben hiervoor twee studies uitgevoerd waarin zij de volgende resultaten hebben gevonden:

Cliënten

Blinde en slechtziende volwassenen kunnen verschillende barrières ervaren in het (h)erkennen en bespreken van depressie- en angstklachten. Zij ervaren onder andere belemmeringen op het gebied van sociale inclusie, het gebrek aan kennis over mentale klachten, een focus op de visuele beperking en daardoor een beperkter bewustzijn van mentale klachten, maar ook gebrek aan ondersteuning door naasten en zorgprofessionals. Zij geven aan dat zij behoefte hebben aan ondersteuning door naasten en zorgprofessionals in het (h)erkennen en bespreken van depressie- en angstklachten.

Een uitgebreidere beschrijving van de bevorderende en belemmerende factoren wordt weergegeven in de nieuwsbrief en in het Engelstalige wetenschappelijke artikel dat gepubliceerd is in het tijdschrift BMC Health Services Research.

Zorgprofessionals

Onder andere medewerkers van expertisecentra voor blinden en slechtzienden (Bartiméus, Koninklijke Visio en de Robert Coppes Stichting) kunnen volgens mensen met een visuele beperking een belangrijke rol spelen in het (tijdig) herkennen en bespreken van depressie- en angstklachten. Echter blijkt dat één op de vijf van deze hulpverleners hun vermoedens van depressie- en angst niet altijd met hun cliënten bespreekt, en dat zij terughoudend zijn in het aanbieden van informatie over depressie en angst. Wanneer zorgprofessionals de intentie hebben om het onderwerp mentale gezondheid met hun cliënt te bespreken, is het van belang dat zij vertrouwen voelen in het ter sprake brengen hiervan en dat zij zich hierin ondersteunt voelen door de organisatie. Als aan deze behoeften wordt voldaan dan zijn zij eerder geneigd om het gesprek over mentale gezondheid te voeren.

begeleider met hand op schouder cliënt met visuele beperking

Screenen op depressie- en angstklachten

Klachten lijken vaak niet te worden herkend, bijvoorbeeld omdat de focus van zowel cliënten als zorgprofessionals bij de praktische ondersteuning van de visuele beperking ligt. Het gebruik van een screeninginstrument voor depressie en angst kan hierin ondersteunend zijn. Er is onderzoek gedaan naar de bruikbaarheid, haalbaarheid en implementatie van de Patient Health Questionnaire (PHQ-4), een kort en gevalideerd instrument om te screenen op depressie- en angstklachten. Zowel cliënten als zorgprofessionals zijn tevreden over het gebruik van de PHQ-4. De vragenlijst is bruikbaar bij mensen met een visuele beperking en draagt bij aan het signaleren en monitoren van mentale klachten. De PHQ-4 wordt op dit moment gebruikt gedurende de implementatie van het stepped care programma voor depressie- en angstklachten, om de klachten van cliënten te monitoren en te bepalen of een vervolgstap in het programma gewenst is.

De aansluiting bij de huidige praktijk was één van de belangrijke punten die uit het onderzoek naar voren kwam om rekening mee te houden tijdens implementatie van de PHQ-4. Gedurende verdere implementatie van dit instrument is er aandacht nodig voor de verschillende houdingen van zowel cliënten als zorgprofessionals en is het van belang dat zorgprofessionals vertrouwen krijgen in het gebruik van het instrument. Alle resultaten van dit onderzoek zijn tevens terug te lezen in het Engelstalige wetenschappelijke artikel dat is gepubliceerd in het tijdschrift Translational Vision Science & Technology.

Internationaal model voor het bespreken van depressie

Zorgprofessionals kunnen een belangrijke rol spelen in het herkennen en bespreken van depressie bij volwassenen met een visuele beperking. Echter zijn veel zorgprofessionals terughoudend in het bespreken van mentale klachten. Om meer inzicht te krijgen in wat zorgprofessionals belemmert en motiveert om depressie te bespreken, hebben de onderzoekers op basis van internationale data uit Wales, Australië en Nederland onderzoek gedaan naar voorspellende factoren. Hieruit is gebleken dat zorgprofessionals uit Wales en Australië minder snel depressie met hun cliënten bespreken, zodra zij meer werkervaring hebben en zodra zij meer barrières ervaren in het omgaan met depressie bij hun ​cliënten. Deze bevindingen pasten niet bij de Nederlandse zorgprofessionals, die minder barrières ervaren in het omgaan met cliënten met depressieklachten. Mogelijke verklaringen voor deze bevindingen zijn opgenomen in het aanbevelingenrapport, dat is geschreven door de projectgroep bestaande uit o.a. gedragswetenschappers, onderzoekers en ervaringsdeskundigen. Dit aanbevelingenrapport is aanleiding geweest voor de ontwikkeling van het leertraject IdentifEYE. De resultaten uit dit onderzoek en de mogelijke verklaringen voor deze resultaten zijn tevens beschreven in het Engelstalige wetenschappelijke artikel dat is gepubliceerd in het tijdschrift Acta Ophthalmologica.

Evaluatie leertraject IdentifEYE

De kennis over het herkennen en bespreekbaar maken van mentale klachten bij volwassenen met een visuele beperking is omgezet in een op maat gemaakt leertraject voor oogartsen, oogheelkundig personeel en medewerkers van Koninklijke Visio, Bartiméus en de Robert Coppes Stichting. In dit leertraject krijgen zorgprofessionals informatie en handvatten aangeboden waarmee zij in de praktijk aan de slag kunnen met het onderwerp. Hierbij wordt rekening gehouden met hun verantwoordelijkheden, mogelijkheden en behoeften. Op 1 maart 2022 is het onderzoeksteam gestart met een evaluatie van dit leertraject. Ze kijken hierin naar de (potentiële) effectiviteit en haalbaarheid van het leertraject binnen ziekenhuis- en revalidatiezorg. Meer informatie over dit project kunt u vinden in de Factsheet Evaluatie leertraject IdentifEYE. Zodra de resultaten van dit onderzoek bekend zijn, zullen deze hier gedeeld worden.

Meer informatie

Wilt u graag meer informatie over een van de onderzoeken? Bent u benieuwd naar het gebruik van de PHQ-4 bij mensen met een visuele beperking? Wilt u graag meer weten over het leertraject IdentifEYE? Hebt u andere vragen of wilt u eens van gedachten wisselen over dit onderwerp?

Dan kunt u contact opnemen met Edine van Munster, onderzoekscoördinator bij de Robert Coppes Stichting. evmunster@robertcoppes.nl