Het netwerk van cliënten versterken
Een sterk sociaal netwerk is voor iedereen belangrijk.
Veel mensen realiseren zich niet hoe moeilijk het is om sociale contacten op te doen, een sterk sociaal netwerk op te bouwen als je blind of slechtziend bent.
De kans op ‘spontane’ ontmoetingen is klein omdat je mensen moet kunnen zien voordat je zelf op iemand af kunt stappen. Ook realiseren ziende mensen zich vaak onvoldoende dat zij niet begroet worden door blinden/slechtzienden als ze hen tegenkomen omdat ze letterlijk niet gezien worden.
Het is ook lastig om non-verbale communicatie op te pikken. Terwijl die vorm van communicatie juist zo belangrijk is om in te schatten of er een klik is, of je nader contact kunt zoeken of beter wat afstand kunt nemen.
Soms bestaat het netwerk van mensen met een visuele beperking alleen nog uit familieleden en betaalde krachten die vooral op de beperking gericht zijn.
Wij vinden het belangrijk dat het netwerk van familie, buurt, vrijwilligers en samenleving goed benut en zo nodig versterkt wordt. Wij werken op dit gebied samen met andere organisaties.
Wat doet Robert Coppes?
- In onze ondersteuning betrekken we het bestaande netwerk zoveel mogelijk. Hoe kunnen zij het antwoord zijn op een (hulp)vraag van een cliënt? Hoe kunnen zij bijdragen aan de kwaliteit van leven van deze mensen?
- We brengen het netwerk in kaart, samen met de cliënt. Is er geen netwerk of is het erg zwak? Dan zien we het als een belangrijke taak in de begeleiding om het netwerk te versterken, uit te breiden.
Een voorbeeld:
Koos (45) leeft erg alleen. Hij woont op zichzelf, met wekelijkse begeleiding van de Robert Coppes Stichting. Contact met familie heeft hij niet, in de buurt kent hij niemand. Dagelijks wandelt hij meerdere keren met zijn hond door de buurt, maar hij heeft geen idee wie hij bij die wandeling tegenkomt. Zijn dat directe buren? Steeds andere mensen?
Zijn begeleider besluit een paar keer met hem mee wandelen. Hij benoemt wie ze tegenkomen, helpt contact maken, een eerste praatje maken. Na een paar keer blijken ze sommige mensen vaker tegen te komen. Van de dagelijkse praatjes en korte ontmoetingen leeft Koos op. De begeleider kan met een aantal tips over contact met slechtzienden, onhandigheid en koudwatervrees bij de buurtgenoten wegnemen. Volgende week gaat hij bij een man een straat verder, eten.
‘Wandelen met begeleiding’ klinkt duur, maar voor Koos betekent het een flinke stap op de participatieladder.